Monday, January 12, 2015

Onder de mantel der liefde

Ik ben half Franse en half Nederlandse. Beide identiteiten leveren andere cultureel bepaalde eigenschappen op, manieren van denken. Ik herinner me dat ik rond mijn achttiende de verwarring van het multicultureel zijn ervoer als een twijfel over iedere gedachte en manier. Het was vermoeiend om mijn eigen weg te gaan maar ik moest toch denken en handelen. Ik kon niet domweg doen zoals mijn ouders. Bij alles voelde ik dat ik kiezen moest, soms verlamd, soms boos, soms verdrietig. Het is niet zo makkelijk om jezelf te zijn.
Zo ook was kritiek geven iets om mee te worstelen, en kritiek ontvangen. Ik werd snel boos en kritisch en dat had ik van mijn Franse vader maar mijn geïnternaliseerd moeder suste mij. Vrede bewaren en alles onder de mantel der liefde vegen won terrein naarmate ik ouder werd. Ik herkende mij in het artikel van Oud Zeikwijf. Non, je ne suis pas Charlie. Ook ik hoorde mezelf zeggen, ja Theo van Gogh mocht je niet vermoorden, maar beledigen evenmin.

Toch vind ik de mantel der liefde enige bekoring hebben. Ik voel me heen en weer geslingerd, alsof ik een parlement van binnen heb in plaats van een stem, die alles weet.

Twee culturen botsen bijna per definitie. Ik heb te doen met andere jongeren van twee culturen die zich heen en weer geslingerd voelen op zoek naar hun eigen mening.

Ik raad aan om het innerlijke parlement te koesteren. De discussie te voeren met jezelf.