Vandaag las ik filosofische essays van Poincaré (een wiskundig filosoof die onder andere het standpunt verdedigt dat je wiskunde beoefent niet voor onmiddellijk nut: je zoekt iets uit vanuit belangstelling en later blijkt het pas ergens nuttig voor te zijn) en uw stuk over de zorgelijke ontwikkelingen van het gebruik van testen in de zorg. De overeenkomsten tussen de essays van Poincaré en uw betoog zijn treffend, beide meesterlijk gedacht en verwoord en tijdloos. Ik wil u ervoor bedanken. Ik ben een bezorgde moeder en medeoprichtster van ZON, voor zinvol onderwijs in Nederland. (Dat Nederland hoefde er van ons niet bij maar zon is zoals onderwijs zou kunnen zijn.) Ik ben gekant tegen standaardisering in het onderwijs. Ik zal graag onderwijsliefhebbend Nederland op uw betoog wijzen. Al een tijdje mijmerde ik over tests en toetsen, mijn onvrede erover. In het onderwijs worden tests wel eens ingezet niet ten behoeve van het kind, maar om het onderwijs niet te hoeven aanpassen aan het kind. Hierin past mijn ervaring dat de intern begeleider op school nu alleen maar meet welke fouten een kind maakt en niet meer werkt met het kind om de fouten te verbeteren. Ik las Feuerstein en Tzuriel over dynamisch testen (rekening houdend met trauma of bijvoorbeeld zoiets simpels als een handicap) en over mediatie. Ik wil graag uw artikel 'Instrumentele diagnostiek en het kind als machientje: een kritiek' aanraden omdat je na het lezen van uw artikel beter begrijpt waar je mis kunt gaan met kinderen en tests.
De dag hierna ging ik op mijn buik een spel doen met de kinderen in de kleuterklas van mijn zoon. Allemaal verschillende kinderen.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment