Friday, September 7, 2007

rondom variabiliteit (rondom tien 3)

Eerder schreef ik:
verlies variabiliteit
Het denken over variabiliteit kan weleens de veroorzaker zijn van de afnemende innovativiteit. Immers, mensen zijn geen luciferhoutjes die je door tests in verschillende dozen (opleidingsrichtingen) stopt en vervolgens tot standaard product afwerkt. Wat je ziet is dat creativiteit het eerste slachtoffer is als de groep nadruk legt op samen en hetzelfde doen. Dit is fnuikend voor creatieve kinderen, die eerst jarenlang op de basisschool negatieve oordelen krijgen als ze creatief spreken, denken, handelen, tekenen, schilderen, zingen en wat ik hier vergeet. De drang naar standaarden knijpt het inovatieve fijn en snijdt het desnoods eraf door middel van invulboeken, copieercrea, juiste antwoorden, expressieloze beweging. Misschien mag uw kind naar een school en is er überhaupt een school beschikbaar waar de creativiteit wel ruimte krijgt, om dan te ontdekken dat het op het middelbaar onderwijs alsnog gekortwiekt wordt, want alleen als je de juiste reproduceervaardigheden hebt, mag je doorstromen. Anders mag je afstromen (waar je eveneens uitglijdt). Innovatie kunnen we wel vergeten. Ik overweeg naar een land te verhuizen waar ze het woord standaard nog niet kennen, geen parameters, geen invulboeken.

nadruk op het goede van verschillen
Als de weg door een stroomversnelling gaat, houd dan uw hoofd
koel. Adem niet inhouden, maar gewoon doorgaan. Desnoods met aandacht erop letten. De weg door een stroomversnelling is verandering van vorm. Welke school is nu het beste? Toch maar bijzonder onderwijs, montessori, jenaplan of toch maar gewoon openbaar en klassikaal?Welke vorm, als ik luister naar het verhaal van een jenaplan school, is het niet hetzelfde als bij een andere jenaplan school. De een legt nadruk op verschillen tussen mensen ~ de ander op de groep. Ik zoek nu naar verschil-acceptatie, variabilliteit. Waar mag er variabiliteit zijn?

Er is dus geen standaard onderwijzer, en er is geen standaard leerling. Waarom werken we dan met methodes en toetsen die wel doen alsof dat zo is? Is dat niet vragen om problemen? wrijvingen? conflicten?Is onderwijs niet meer een kunst-atelier dan een fabriek? Zijn de leerlingen die eruit komen niet meer zoals kunstwerken dan zoals standaardproducten?Moeten we nu juist niet de variabiliteit gaan accepteren, waarderen en misschien bij de kunstacademie gaan kijken naar hoe er beoordeeld wordt in plaats van bij de afdeling management van een fabriek?Maar goed. Hoe beoordeel je dat wat de leerkracht niet kent? Hoe kun je daar een oplossing voor vinden?

No comments: